Tag: politie

  • BLOG: De Geel

    BLOG: De Geel

    Voor de deur staat een politieman. Niet ongewoon in een stad waar op iedere drie straathoeken wel iemand van een monopolistisch geweldsinstituut present is. Een man, blank, middelbare leeftijd met een moeilijke blik en een blocnote in zijn hand. Hij kijkt op de indeling van mijn appartementencomplex, een ingelijste document met namen en nummers op de voordeur.

    Ik heb al een aantal keer om de hoek van de voordeur gekeken, kijkend of het karretje waarmee ik mijn laatste spullen heb vervoerd er nog staat. Het karretje staat illegaal geparkeerd in de straat. Ik vermoed dat deze politieman iets te maken heeft met deze kwestie. Bij het kruisen van onze blikken, voor de derde keer in tien minuten, besluiten we elkaar toch maar aan te spreken.

    Onbekend met de gewoonten, spreek ik hem in het Engels aan. Grote fout. Zijn Engels is niet goed. Mijn Frans is waardeloos. Onze tussenweg wordt gevonden in het Nederlands, omdat hij vraagt waar ik vandaan kom. Mijn uitleg over het gebruik van Engels en niet Nederlands: ‘sorry meneer, ik ken de gewoonten nog niet zo goed hoe ik een Belg aan moet spreken’. Grote fout nummer twee…

    Bij het horen van het woord ‘Belg’ verlaat een grote zucht de mond van de politieagent. “Ah jeuj jeuj jeuj…” zegt hij. Ik zie mij fout, excuseer mij nogmaals, zeg dat ik Vlaams en/of Waals bedoel, dat ik nog niet gewend ben aan hoe men hier elkaar aanspreekt en dat ik dat graag wil leren. Of hij nog tips heeft.

    Agent J. de Geel – ik had moeten weten dat hij Vlaams was, het staat tenslotte op zijn borst – is mijn wijkagent en is op zoek naar een nieuwe Spaanse bewoonster van mijn appartementencomplex. Na inschrijving in Sint Gillis, komt de wijkagent checken of desbetreffende persoon er ook daadwerkelijk woont. Een hand en een kopje koffie en meneer de Geel is weer weg. Hij zegt dat dat waarschijnlijk ook bij mij gaat gebeuren, maar pas over vier of vijf weken.

    In twee minuten legt hij me uit wat ik nog moet doen. Naar het gemeentehuis, om daar mij in te laten schrijven. Wel eerst bellen en vragen of dit in het Nederlands kan. En daarna belt hij mij op en bespreken we wanneer hij langs komt. En of ik nog nieuwe huisgenoten heb die hij ook moet leren kennen – ja – waarna hij krabbelt in zijn blocnote en aangeeft dat hij dat dan mooi kan combineren. Het karretje kan ik nog wel even laten staat schat hij in. Maar niet te lang hoor. Oh en de volgende keer iedere politieman of vrouw gewoon in het Nederlands aanspreken hoor want dat kunnen we hier allemaal.

    We geven elkaar een hand. Ik vervolg mijn intenties om een bank 4 verdiepingen omhoog te sjouwen. Hij gaat door naar zijn volgende ontmoeting. Een voertuig in camouflagekleuren rijdt voorbij.

    Dezelfde dag pleegt een extremist een aanslag in Brussel Noord. Twee militairen raken gewond, de extremist wordt neergeschoten en overlijdt later aan zijn verwondingen. IS eist de aanslag op, want mislukt of gelukt, bij IS gaat het om angst en chaos. Ik denk even aan meneer de Geel met zijn blocnote en voel me veiliger dan ooit.